Opiniestuk: De onvermijdbare wind

Hernieuwbare energie was lange tijd mooi en sympathiek, tot die echt in trek kwam en geld ging kosten. Zonnepanelen verloren aan sympathie, windturbines vaak nog meer. Windturbines zijn nu eenmaal veel meer opvallend als zonnepanelen.

De onvermijdbare wind

De zonnepanelen en de bijbehorende groene stroomcertificaten kregen flink wat kritiek van zodra bedrijven en particulieren echt interesse kregen in zonne-energie en daarmee het budget voor de groene stroomcertificaten flink de hoogte in joegen.
Het is goed dat we zonnepanelen hebben. Ze leveren groene elektriciteit, kunnen overal geplaatst worden en zijn moduleerbaar. Hierdoor kan ook een particulier zich een eigen installatie veroorloven.  Dat is niet helemaal het geval voor windturbines. Je kan redetwisten of windturbines lelijk of nu juist mooi zijn. Feit is dat ze in tegenstelling met zonnepanelen, nogal opvallen in het landschap, slagschaduw veroorzaken, geluid produceren en een grote basisinvestering vergen. 
Het gevolg is dat er in Vlaanderen vandaag maar moeizaam windturbines bij komen. Op dit ogenblik te weinig om onze doelstelling voor 2020 te halen. Tegenover elke geïnteresseerde windmolenbouwer staat er een rij tegenstanders die het project kost wat kost tegen willen houden. De regels en procedures om een turbine te mogen plaatsen zijn streng en tijdrovend.
 

Het dilemma

Er is een oplossing voor dit probleem. Een hele simpele. Als we in de toekomst niet nog meer kerncentrales willen bij bouwen zullen we finaal de keuze moeten maken die we nu al vele jaren voor ons uit schuiven: onze levensstijl drastisch veranderen, of de productie van hernieuwbare energie aanvaarden en promoten. Elk van beide oplossingen biedt een uitkomst. We kiezen nu geen van beiden.
Als we met auto’s willen blijven rijden, naar grote TV-schermen willen blijven kijken en de talloze andere dingen willen blijven gebruiken die fabrieken nu wereldwijd produceren, dan zullen we hernieuwbare energie moeten aanvaarden. Met alle kosten en ongemakken die daarbij horen.
De vraag is of het wel mogelijk is om de inplantingsregels voor windturbines te versoepelen. We kunnen de molens inderdaad niet om het even waar neerplanten.

Regels gericht op de beste locaties:

Wij pleiten ervoor om het plaatsen van windturbines op en rond industrieterreinen te vereenvoudigen. Daar zijn diverse redenen voor:

1.    De meeste industrieterreinen liggen niet alleen afgescheiden van woonzones, het uitzicht van de omgeving is bovendien nu reeds industrieel. Het zicht van windturbines zal dat niet wijzigen, integendeel het zal het uitzicht van de industrieterreinen verfraaien.
2.    Industriële bedrijven zijn de grootste afnemers van energie. Dus door de windturbines te plaatsen in de onmiddellijke omgeving van een industrieterrein vermijden we dat we grote hoeveelheden stroom over lange afstand moeten vervoeren. 
 

Kunnen we dat betalen?

Hinder is één ding. Maar kan onze maatschappij de kosten van hernieuwbare energie eigenlijk wel dragen? Energie is immers duur, hernieuwbare energie nog duurder. Bij investeringen in hernieuwbare energieproductie horen ook bijkomende investeringen in traditionele reserveproductie (voor ogenblikken waarop het niet waait en de zon niet schijnt). Daarnaast zijn er belangrijke investeringen in ons netwerk nodig, dat nu niet voorzien is op decentrale productie. 
We moeten er echter rekening mee houden dat energie in de toekomst, ongeacht de bron, in ieder geval duurder zal worden. De gemakkelijk te bereiken, en dus goedkoper te ontginnen olievoorraden worden steeds kleiner. Vervolgens stijgt ons mondiale energieverbruik spectaculair door de snel groeiende welvaart in groeilanden zoals China.
 

Actie vs de goede oude tijd?

Als we nu geen actie ondernemen, dan zal België zijn 2020-doelstelling nooit halen. Welke actie? We moeten er voor zorgen dat de windturbines erg gemakkelijker én sneller kunnen komen. Dat kan door plaatsen vast te leggen waar windturbines gemakkelijker gebouwd kunnen worden en door het maatschappelijk draagvlak voor deze nieuwe windturbines te vergroten.
150 jaar geleden draaiden er in Nederland nog meer dan 9.000 windmolens. Voor België zijn er geen precieze cijfers maar de grootteorde is vergelijkbaar. Dus zelfs voor wie gelooft in de goede oude tijd is er maar één conclusie: er moeten dringend veel windturbines bij komen.
Robin Bruninx is general manager van Encon, een studiebureau gespecialiseerd in de ontwikkeling en realisatie van energieprojecten voor bedrijven. Encon is actief in heel Europa en heeft kantoren in Vlaanderen, Wallonië, Frankrijk en Nederland.