De eerste dag, en onder de indruk

San Francisco is ouder dan ik had gedacht. Ouder, niet zozeer in de historische zin van het woord; In vergelijking met de meeste van onze Vlaamse steden is alles hier erg jong. Vele van de gebouwen kunnen eigenlijk wel een opfrisbeurt gebruiken.

San Fransico zoekt duidelijk niet de sjieke uitstraling van spiegelende torengebouwen en indrukwekkende hoekkantoren dat ik had verwacht. De omgeving vertelt hoe ze hier tegen de dingen aankijken: geen fancy gedoe, maar werken.

Groeien is de lijfspreuk

De avond voor ons bezoek aan Stanford hadden we een afspraak met Davy Kestens. Davy werd door Knack de Silicon Valley-belg genoemd. De jonge Limburger heeft Sparkcentral opgericht, een platform waarmee bedrijven social media beter kunnen opvolgen. Op een leeftijd van 25 jaar, wist deze internet-entrepreneur al verschillende keren geld op te halen om zijn bedrijf uit te bouwen. Het blijkt typisch voor de hele economie, hier aan de west-kust. Investeerders zijn snel bereid om in hun zakken te tasten. Blijkbaar liggen ze daarbij niet onmiddellijk wakker van het verwachtte rendement, maar concentreren ze zich vooral op het groeipotentieel van startups. Klein inkopen en groot weer verkopen.

Het is misschien conservatief, maar ik vind een organisatie die enkel gefocusd is op groei en mindere mate op resultaat, een houding die té opportunistisch is. Ik ben niet helemaal overtuigd dat we dit nu massaal in Vlaanderen moeten uitvoeren, maar we kunnen er wel van leren.

Stanford zien… en dan overtuigd zijn

Professor Burgelman, Vlaming, en uitgegroeid tot één van dé autoriteiten binnen Stanford, nuanceert het beeld enigszins. Niet alle sectoren in de states zijn even ‘blind’ gericht op groei. Binnen de IT-sector is groei wel de eerste focus. Een IT-bedrijf met een idee moet snel een groot marktaandeel verwerven. Zoniet gaat een vergelijkbare toepassing van een concurrent met je klantenpotentieel aan de haal.

Stanford blijkt een bijzondere plek. Eén op de vier studenten wordt na het behalen van het diploma ondernemer. Eén op de vier... Het is een cijfer waar we in Vlaanderen alleen maar van kunnen dromen. Het antwoord op de vraag hoe Stanford zijn studenten in zo’n grote getale kan bekeren tot het ondernemerschap was een beetje een tegenvaller. Blijkt dat Stanford zijn studenten niet zozeer omvormt tot ondernemers, maar dat jongeren die ondernemer willen worden, een uitgesproken voorkeur hebben om op Stanford les te komen volgen. Standford trekt als het ware ondernemers aan.

De reden van die voorkeur was dan weer wel een eye-opener. De universiteit heeft een sterke samenwerking uitgebouwd met het bedrijfsleven.

Stanford heeft zelfs een licentiemodel voor startups. Als de universiteit mee aan de wieg staat van een nieuw bedrijf, dan krijgt het een gedeelte van de verkoopwaarde wanneer het bedrijf later wordt verkocht.  Hier kunnen we in Vlaanderen heel wat van leren. Het onderwijsconcept van Stanford is gebaseerd op uitwisseling van ideeën en kennis. Uitwisseling tussen de studenten, en uitwisseling met het bedrijfsleven. Ons onderwijs heeft nood aan dit soort lerende netwerken. Louter toevallig stoten we tijdens onze rondleiding op Viveka Fallenius. Onze lokale begeleider kende Viveka. Ze had nog in Brussel gewerkt en wilde graag haar verhaal even toelichten. Het bleek een bijzonder en inspirerend verhaal. De dame stopt niet alleen met werken om opnieuw te gaan studeren. Ze slaagt er daarbij ook nog in om bij één van de bekendste en veeleisende Lawschools ter wereld binnen te geraken. Een Law degree van Stanford garandeert een schitterende baan en toch beslist Viveka om naast haar intensieve rechtenstudie ook nog een opleiding marketing te volgen bij Stanford. Die extra opleiding vraagt wel veel energie. En, zo gaf Viveka aan, ligt volledig buiten haar eigen comfortzone. Toch blijft ze ook de opleiding marketing volgen. Omdat het haar ervaring in de breedte geeft.

Het voorbeeld van Viveka Fallenius geeft de mentaliteit aan die hier heerst. Niet kiezen voor de gemakkelijke, vanzelfsprekende weg, maar de grenzen van onze comfortzone opzoeken. En er dan over gaan.

Dat moeten we in Europa nog leren.

Het kan gemakkelijk. Op voorwaarde dat we ook leren om onze angst om te falen op te geven. Want op dat vlak was onze inschatting bij het vertrek wel juist: het recht om te falen behoort hier tot de cultuur. “Failure is expected” omschrijft professor Burgelman de sfeer. En Stanford laat het niet na om dit mantra, overal waar het kan, te herhalen. Het bord op de foto bovenaan dit stuk is geen uitzondering.
Wie zich tot doel stelt iets groots te realiseren moet zich op die doelstelling concentreren, en zich niet laten afleiden door wat er kan gebeuren als het fout loopt. Daarom is “share your successes” een tweede lijfspreuk, die even sterk in de cultuur is ingebakken. Leg de nadruk op wat goed gelopen is, en blijf dat herhalen. Op die manier weet men een cultuur van positivisme te creëren. Het goede aan fouten is dat je eruit kan leren. Dat doe je beter wanneer je fouten als deel van een leerproces aanvaardt.

De vergelijking die Professor Burgelman op onze vraag maakte tussen Amerika en Europa was tekenend: Europa zit al te lang in en comfortabele zetel. De wereld is veel competitiever geworden en daardoor is de aanpak van Europa onder druk komen te staan.

Ik had in alle eerlijkheid niet verwacht dat de Valley me zo snel onder de indruk zou kunnen brengen. Maar Stanford deed het wel. Net zozeer als Viveka Fallenius. We hebben in Vlaanderen een schitterend onderwijssysteem, dat bovendien zeer toegankelijk is. Hier gaat het gezegde: “In Europe you go to school to get a job, in America you go to school to create a job” Wanneer we in zo’n sterk onderwijssysteem kennis en ervaring kunnen uitwisselen met het bedrijfsleven, en die basis verstevigen met een beetje van het positivisme waarmee men hier naar de zaken kijkt, dan lanceren we ons zo de toekomst in. Maar daarvoor moeten we onze mentaliteit durven veranderen en willen investeren om buiten onze comfortzone te werken.

Als je ziet hoe er hier wordt gewerkt, dan is het duidelijk. Vanuit onze luie zetel kunnen we dit creatief en economisch geweld niet aan, ook al hebben we de kennis. Daar staat tegenover dat we alle troeven in handen hebben om die sprong voorwaarts te maken. De onderbouw van ons onderwijssysteem is bijzonder sterk.

Zoals reeds eerder aangehaald heeft Stanford voor inspiratie gezorgd. Inspiratie die we bij Encon kunnen gebruiken. Maar de regio heeft nog een tweede voordeel voor Encon naar voor gebracht. Op het vlak van infrastructuur en gebouwen kan er flink wat verbeteren aan de West-kust. En dat is iets waar Encon de Amerikanen wellicht nog mee kan helpen. Zo zie je maar hoe kennis en praktijkervaring snel de plas over kunnen.