Over smeltende ijskappen en sigaretten

Zolang mensen roken moeten we rekening houden met klimaatopwarming. Niet dat de uitstoot van de wereldwijd gerookte sigaretten zo’n impact heeft op het leefmilieu. Nee, er is een andere reden.

Maar laat ons beginnen bij het begin. Als we niets doen aan onze CO2-uitstoot gaat het in de steeds sneller naderende toekomst grondig mis met ons klimaat. En dus met ons allemaal.

Dat wisten we in alle eerlijkheid al. Toch zijn we volgens een recent rapport van het IPCC, nog geen stap dichter bij een oplossing. Wel in tegendeel. Reden genoeg om aan de alarmbel te trekken. Maar reageert er wel iemand op het noodgerinkel?

Op alle vorige alarmsignalen alvast veel te weinig. Dat blijkt dus uit het VN-rapport van midden april. Waarom maken mensen (gezinshoofden, bedrijfsleiders en regeringsleiders) de klik niet, en blijven ze verder gaan zoals voorheen? “Omdat energiezuinig zijn geld kost, en het crisis is!” Dat is de gangbare uitleg. Maar hij klopt niet.

Neem nu de verlichting in industriële bedrijven. De meeste fabriekshallen in België zijn uitgerust met lichtinstallaties die achterhaald zijn. Soms zijn ze niet eens zo oud, maar bijna altijd verbruiken ze (veel) te veel elektriciteit. De verspilling is zo groot dat de investering in een nieuwe installatie zichzelf zeer snel terugbetaalt. Meestal binnen de 3 jaar, vaak zelfs in minder dan 2 jaar. Het betekent ook dat een nieuwe, goed ontwikkelde installatie al zeer vlug veel geld kan opbrengen. En toch zijn bedrijven zeer terughoudend om zo’n investering door te voeren. Dat weten we uit ervaring. In ons bedrijf alleen al wachten een hele stapel offertes met een gezamenlijke CO2-besparing van 11.000 ton/jaar (een equivalent van 550.000 bomen of 1.100 ha bomen) al minstens 6 maanden op een antwoord.

Bedrijven houden hun cash misschien liever ter beschikking voor de core business? Wellicht. Alleen is dat geen afdoende verklaring voor het tekort in groene investeringen. Ook in België kan een bedrijf tegenwoordig een beroep doen op zogenaamde Esco-bedrijven. Deze Energy Service Companies investeren in de plaats van het bedrijf in energiezuinige toepassingen en laten zich terugbetalen met een gedeelte van de uitgespaarde kosten. In zo’n constructie verdient een bedrijf dus aan zijn energiebesparing vanaf de eerste dag. En toch wordt de stap naar energiebesparing, en dus ook CO2-reductie, niet gezet.

Het wordt hoog tijd om uit te zoeken waarom het zo moeilijk is om mensen te overtuigen om echt iets te doen. Er is inderdaad meer aandacht dan vroeger voor de milieuproblematiek in het algemeen en de CO2-uitdagingen in het bijzonder. Maar de maatregelen zijn eerder symbolisch als je de impact ervan vergelijkt met energiezuinige investeringen in hun installaties. En die komen er dus meestal niet.

Het probleem met de klimaatproblematiek is dat de gevolgen zich niet onmiddellijk laten voelen, maar zich pas over een paar decennia echt zullen manifesteren. Een warme winter is niet noodzakelijk een rechtstreeks gevolg van de opwarming van de aarde. En dat is, vanuit een sensibiliserend oogpunt, vooral jammer.

De opwarming is in essentie een statistische aangelegenheid. Net zoals roken dat is. De problemen komen later. Althans, dat zeggen de statistieken. Want iedereen kent wel één fervente roker die 90 jaar is geworden. En van statistische problemen gaat blijkbaar niet er veel dreiging uit. Dat bewijst het aantal mensen dat nog steeds rookt.

Maar misschien kunnen we voor de oplossing van het milieuprobleem ook wel lessen trekken uit de ervaringen van mensen die erin geslaagd zijn te stoppen met roken. Nogal wat verstokte rokers blijken te stoppen op een symbolisch moment. We hebben er geen onderzoek naar verricht, maar persoonlijke ervaring met de omgeving toont dat de geboorte van een (eerste) kind zo’n kantelmoment is. Maar ook in andere gevallen draait de echte drive om te stoppen vaak om een gevoel van verantwoordelijkheid. Ten opzichte van de omgeving en/of de volgende generatie. Als we datzelfde gevoel voor ons milieu kunnen aanboren staan we al een stuk verder.

Als het gaat over gedeelde verantwoordelijkheid is bijna altijd de overheid die regelend optreedt. Maar misschien moeten we dat hier nu even niet doen. Wat als een aantal bedrijfsleiders van over heel België nu eens de verantwoordelijkheid neemt om een eerste significante stap te zetten en een signaal te geven. Het is vooral een kwestie van willen. Want hun investeringen zullen geld opbrengen en er hoeft, zoals gezegd, zelfs geen eigen kapitaal voor handen te zijn. Bovendien kan het zonder steun van de overheid. De vooruitziende bedrijven zullen op dat moment met zijn allen investeren in de meest verantwoorde en goedkoopste hernieuwbare energiebron van allemaal: de energie die we niet (meer) verbruiken.

Laat het laatste IPCC-rapport voor Belgische bedrijfsleiders het symboolmoment zijn. De rest zal gegarandeerd volgen.

 

Robin Bruninx is general manager van Encon, een studiebureau gespecialiseerd in de ontwikkeling en realisatie van energieprojecten voor bedrijven. Encon is actief in heel Europa en heeft kantoren in Genk, Gent, Aartselaar en Nederland.

http://www.encon.be
https://www.ipcc.ch/