Opiniestuk: Is energie even trendy als een iPhone?

Opiniestuk: Is energie even trendy als een iPhone?

Technologie evolueert snel. Niets eens 20 jaar geleden stond het faxapparaat centraal in elk bedrijf. Wie sneller wilde zijn dan de post had een fax nodig. Het doorsturen van tekst met illustraties of foto’s was een ramp. Vandaag worden hele boeken drukklaar via internet verzonden. Bellen van op het strand was 2 decennia geleden een mirakel. Nu heeft iedereen een mobile telefoon. Onvoorstelbaar dat we ooit zonder konden. Hetzelfde zal ongetwijfeld gebeuren met ons energiegebruik. De tijd komt dat we met verbazing en onbegrip zullen kijken naar hoe gezinnen en bedrijven nu met energie omspringen.Het lijkt nu nog ver af, maar de eerste tekenen van die ommezwaai worden nu al zichtbaar.

Greenwashing - Greenwishing
Zo ergens rond de release van "The Inconvenient Thruth" van Al Gore, toont de maatschappij voor het eerst echt interesse in energieverbruik en leefmilieu. Bedrijven, instellingen en overheden sprongen op de kar. Allen doken ze hun producten- of dienstengamma in en alles wat zelfs maar een zweem van groen had werd in de schijnwerpers geplaatst. De kenners en activisten noemden het al snel green washing: als iets maar lang genoeg in een ecologisch communicatiesopje dobbert, kleur het na een tijdje vanzelf groen. Nu komt er een wezenlijke kentering op gang. Ook, en misschien zelfs het eerst, in het bedrijfsleven. En dat kunnen we bewijzen.

BREEAM-LEED duurzaamheidscertificaten in opmars

Een eerste bewijs daarvoor zijn de BREEAM en LEED-certificaten die aan een sterke opgang bezig zijn. De certificaten geven aan hoe duurzaam een bedrijfsgebouw is. Beide certificaten zijn eigenlijk erg vergelijkbaar. LEED is de Amerikaanse norm, en BREEAM zijn Europese tegenhanger. Het behalen van zo’n certificaat, waarin overigens nog verschillende niveaus van 1 tot 5 sterren te bereiken zijn, is geen lachertje. Het gaat over veel meer dan het spreekwoordelijk vervangen van een spot door een spaarlamp. BREEAM, bijvoorbeeld, test een gebouw op een 70-tal parameters, verdeeld over 9 categorieën: management, gezondheid, energie, transport, water, materialen, afval landgebruik en ecologie en, tenslotte maar niet in het minst, vervuiling. Wil een bedrijf een BREEAM-certificaat voor zijn gebouw, dan zal dat niet alleen de nodige inspanningen, tijd en een strenge keuring vragen. Een BREEAM-gecertificeerd gebouw zal ook meer kosten. Men mag rekenen op een meerkost van tussen de 8% en de 10% bij een nieuwbouw. Voor bestaande gebouwen is de investering meestal nog wat hoger. Steeds meer bedrijven zijn bereid om extra tijd en geld te investeren in een gebouw dat voldoende duurzaam is om een duurzaamheidsprestatiecertificaat te behalen. Ook in ons land. Waarom is dit nu zo bijzonder? Is dit het bewijs dat bedrijven green washing achter zich laten en dat er een markt komt voor een echte ecologisch bewustzijn?

Heel wat energiebesparingsprojecten zijn niet alleen goed voor het milieu, maar besparen zoveel energie dat het rendabele investeringen worden die zichzelf vaak in minder dan 2 jaar terugbetalen. Bij dit soort beslissingen hoeft het leefmilieu helemaal geen rol te spelen. Het zijn gewoon verstandige operationele beslissingen. Bij duurzaamheidscertificaten voor gebouwen ligt dat anders. Omdat de criteria veel breder gaan dan het energieverbruik alleen, verdienen de investeringen voor het behalen van de opgelegde criteria zichzelf niet volledig rechtstreeks terug. De meerwaarde situeert zich op verschillende vlakken, direct en op de langere termijn: een verhoogde bezettingsgraad (3%), een verhoogde huurwaarde (3,5 %), een verhoogde vastgoedwaarde bij verkoop (7,5%) en een verminderde operationele kost (8 à 9%) behoren tot de mogelijkheden. Dat is de echte kentering.

Normen ISO 50001 - EN16001 zorgen voor verandering
Begrijp ons niet fout. Het is niet omdat green washing geen plaats in goede bedrijfscommunicatie verdient dat ecocommunicatie slecht zou zijn. In tegendeel. De BREEAM en LEED-certificaten draaien voor een groot stuk op uitstraling, en dus de marketing, Het grote verschil met green washing is dat het hier draait om relevante inhoud. Er is nog een tweede, misschien zelfs nog sterker bewijs dat er een kentering op komst is: de ISO 50001 en de EN 16001-normen. Beide normen beheren het energiemanagement van een bedrijf. Er zijn twee bijzonderheden aan deze norm: 

1. Een bedrijf mag zelf zijn streefdoel, het realiseren van een bepaalde energiebesparing, vastleggen. Ook het ogenblik waarop men dit doel wil bereiken kan men gewoon zelf bepalen.

2. Het bedrijf haalt, in tegenstelling met BREEAM en LEED, de norm niet wanneer het doel is bereikt, maar veel eerder, namelijk op het ogenblik dat men kan aantonen dat men afdoende systemen heeft opgezet waarmee men zijn doelstelling wil halen.

Wat is het nu van zo’n norm als een bedrijf zijn eigen doelstellingen kan bepalen? Dan kiest het die toch bewust zo weinig ambitieuze doelstellingen dat het een koud kunstje wordt om ze te halen? Niet dus. Het behalen van de norm is eerst en vooral een vrijwillige beslissing van een bedrijf en geen wettelijke verplichting. De norm beloont bovendien niet het resultaat, maar wel de ernst waarmee een bedrijf streeft om een vooropgestelde energiebesparing te behalen. Van green washing naar green whishing. Strenge, moeilijk te verwezenlijken doelstellingen hebben bovendien nog een bijkomend voordeel. Omdat de ISO-en EN-procedures specifieke doelstellingen en opdrachten toebedelen aan individuele functies, dwingen moeilijk te halen doelstellingen mensen om buiten de lijnen te denken en met creatieve oplossingen te komen. En die komen dan weer de productiekwaliteit, de productiesnelheid en het reduceren van de productiekost ten goede.

Echt milieuvriendelijk gedrag wordt in de toekomst vanzelfsprekend. We kunnen alleen hopen dat hernieuwbare energieopwekkers, energiezuinige gebouwen en andere energiebesparingstechnologiën, even sexy worden als een iPhone. Want dan kan het snel gaan.